maandag 13 februari 2012

'Ik' (deel 13/slot)

Nee hoor, dat was maar een grapje.
Op dit moment ben ik gelukkig en waarom ook niet?
Ik heb geweldige ouders en een geweldige zus. Ik heb nog steeds een beste vriend en een vriendin die even raar is als mij en die ik met de dag meer en meer graag zie. Ik schrijf nog steeds en lees af en toe. Zodra dit allemaal geschreven is ga ik iets eten en iets anders schrijven, denk ik.
Ik wil hierbij ook tante Jes bedanken. Zij gaf me als eerste de raad om dit te schrijven en ik kan zeggen dat het een hele ervaring was!
Ik vind dat iedereen het zou moeten doen; zo kan je nog eens goed nadenken over hoe je leven nu precies is.
Eigenlijk wil ik meteen iedereen bedanken die me op de één of andere manier heeft geholpen.
Er is veel veranderd in die negentien jaren. Vooral eigenlijk verergerd en het blijkt maar niet op te houden. Soms wou ik wel eens dat ik in de jaren zestig geboren was of gewoonweg in een andere periode.
Goed, ik heb de oorlog niet moeten meemaken, dus echt klagen moet ik niet.
Tegenwoordig is het steeds moeilijker en moeilijker om gelukkig te zijn en dan heb je ook mensen die daarbij breken.

Het enige dat je moet hebben zijn ouders die je bij je geboorte beschermen tegen die siamese kat die je wil vermoorden uit jaloezie.
Het enige dat je moet hebben is een vriend die, ondanks dat je hem even uit het oog verloor, toch weer contact met je opneemt.
Het enige dat je moet hebben is een vriendin die even raar is als je zelf maar kan zijn.
Het enige dat je moet hebben is de motivatie om het slechte advies van de leerkracht te negeren en voor je diploma te gaan.
Het enige dat je moet hebben is de wilskracht om uit te zien naar de volgende dag en dankbaar zijn dat je die mag meemaken.
De rest, al hetgene dat er nog over is in de wereld, is nep en tijdsverspilling.





donderdag 9 februari 2012

'Ik' (deel 12)

Nu lig ik op mijn bed in mijn kamer in Aarschot met de laptop op mijn buik en mijn koptelefoon op.
Nu ik er zo over nadenk lijkt het haast alsof ik meer te vertellen had over vroeger dan over de laatste jaren. In zekere zin komt dat denk ik, omdat ik meer en meer in de serieuze wereld ben terecht gekomen. Al hetgene dat vroeger zo indrukwekkend leek, is nu ongelooflijk saai geworden.
Soms heb ik nog wel eens mensen gezien van vroeger. Sommigen haast onveranderd, wat goed is. En anderen die erg veranderd zijn, wat niet goed is.
Met Lucas heb ik amper nog gesproken. Ik hoor er haast niets meer van, best wel jammer. Hij was een goede vriend en ergens hoop ik dat hij het nog steeds is. Ik denk dat hij nu in een labo werkt.
Koen zie ik nog steeds elke week en schrijven doe ik ook nog steeds, zoals nu. Misschien dat ik het later ga proberen als schrijver, wie weet.
Nu werk ik ook in een dentaal labo in Kessel-Lo, op proef. Binnen een week weten ze me te zeggen of ik aangenomen ben of niet.
Ziezo, ik heb nu alles geschreven wat er moest gezegd worden. Nu pleeg ik zelfmoord, het is nu de juiste tijd. Vaarwel.






maandag 6 februari 2012

'Ik' (deel 11)

Ten eerste viel ik in de grote vakantie zo'n zeven kilo af. Ik fietste tot mijn benen haast leken te exploderen en trainde met haltertjes tot er wat meer vorm in mijn armen kwam. Ik liet mijn trotse bakkebaarden groeien en liet dat zesde jaar achter mij.
Toen ik terug kwam op Stella Maris voelde ik me zelf al anders en besloot ik me zo in te zetten dat ze me niets meer zouden kunnen maken. Dat zei ik ook tegen Lucas, die samen met mij het jaar opnieuw moest doen. Dat jaar probeerde de titularis ons nog steeds te kraken. Ze zei nog altijd dat we het niet beter deden dan het jaar ervoor, ook al waren onze punten een stuk beter. Eén keer mocht ze punten geven op ons praktijkwerk en ze gaf me twee onvoldoendes. De andere leerkracht praktijk vond mijn werk echter wel goed, dus liet ik het altijd vanaf dan aan hem zien.
De Rosse Van Osschot stierf ook dat jaar. In het begin van de verhuizing had hij nog bij ons in Aarschot gewoond, tot hij eens zijn klauwen in de nieuwe gordijnen had gezet. Toen mocht hij gaan inwonen bij moemoe en vava. Een week later was hij al zo'n drie kilo dikker. Hij woonde daar nog zo'n vier jaar en werd een dikke zeventien jaar.
Het was toen ook dat ik een meisje leerde kennen, Saartje. Ze wordt veel liever Saar genoemd, dus noem ik haar nu ook zo voort. Het was meteen, zoals men zegt, koekenbak. Haar moeder echter vond onze relatie niet zo goed en een tijdlang hoorde ik niets meer van haar. Na een paar maanden zag ik haar weer en nu zie ik haar om de zoveel weken eens. Ik ben nog steeds verbaasd dat ik eindelijk datgene heb gevonden wat ik altijd zocht. Zie je, men zei altijd van mij dat ik veel te kieskeurig was. Ik keek eerst naar het uiterlijk, ik ben dan ook een jongen, en dan naar het innerlijke. Op de één of andere manier lijkt Saar veel op mij qua karakter. Ze is eigenlijk wel een beetje raar soms, maar dat heb ik graag. Ikzelf ben ook wat raar en daarom passen we goed bij elkaar. Sinds ik haar leerde kennen begon ik ook meer verhalen te schrijven. In zekere zin was ze dan ook mijn inspiratiebron. Ik schreef steeds meer en meer en las ook veel tot de woorden haast uit mijn oren liepen.
Naast Koen werd Lucas mijn beste vriend en dat jaar haalden we ons diploma. We hadden gestudeerd zoals nooit tevoren. Ik wou gewoon weg van school, een systeem dat ik niet meer aangenaam vond. Werken was hetgene wat ik wou en dat besloot ik te doen om voort te gaan met mijn leven.
Weg Stella Maris, weg school! Ik geef toe dat ik het niet mis. Enkel die mooie momenten die zo zeldzaam waren. En die waren bijna allemaal in de lagere school.