zondag 18 december 2011

'Ik' (deel 3)

We woonden met ons vieren in Ramsel, in een woonwijk waar ik de eerste jaren van mijn leven zou meemaken en eerlijk gezegd heb ik nooit van die wijk gehouden.
Toen ik zo botweg drie jaar oud was leerde ik angst kennen. Iedereen leert ermee omgaan, ikzelf had het er toen moeilijk mee.
Ten eerste had ik veel schrik van honden, nu is die angst grotendeels weg. Onze overburen in die wijk, twee meisjes van onze leeftijd - 'onze' hield in: mij en mijn zus - hadden een Duitse herder die bijtgraag was. Wie weet was daar mijn angst om honden begonnen. Geen idee.
In onze straat woonde toen ook een jongen van mijn leeftijd, die net zoals de hond wel eens agressie durfde te tonen. Mijn eerste kennismaking met 'rotjongeren'. Hij had ook wel iets van een hond, nu ik er over nadenk.
Een tijdje later was die hond weg en bleken ze een kleine puppy te hebben gekocht. Eén van die meisjes kwam toen af met dat hondje toen ik op straat aan het tekenen was met krijt. Ze had verwacht dat ik blij zou zijn dat hun nieuwe huisdier niet meer zo een groot lichaamsgewicht zou hebben. Toen dat hondje echter op mij afliep, sprong ik recht van schrik en liep over straat met dat kleine dingetje keffend achter mij aan. Mijn zus, toen zes jaar, had het zien gebeuren en lachte zich te pletter.
Ik schreeuwde me toen te pletter.
De held in mij was toen al aanwezig.
Het ergste van al waren de nachtmerries. Je kent ze waarschijnlijk wel. Je ouders die je plots verlaten lijken te hebben waardoor je wakker schrikt en de longen uit je lijf schreeuwt tot ze daar dan weer verschijnen met wallen onder hun ogen.
De enge dromen die ik had waren meestal zo. Al had ik er twee die ik op een vreemde manier steeds opnieuw droomde. De eerste, en de minst erge, was die van een gezicht dat ik zag. Een vies gezicht, dat veel weg had van een ork. Ik bedekte dan mijn ogen, maar kon dat gezicht nog steeds zien. Best wel eng, vond ik. De tweede was zo mogelijk nog vreemder.
Mijn kamer had deels een schuin plafond met een raam in. In mijn droom zag ik dan door dat raam lichtjes verschijnen in de donkere hemel. Die kwamen dan op mijn raam af en blijkbaar bleken het kleine vliegtuigjes te zijn. Vliegtuigjes, ter grootte van mijn hand, die met hun scherpe punt in mijn gat wilden prikken.
Klinkt nu best idioot. Als kind was ik er echter wel doodsbang voor. Het werd zelfs zo erg dat ik elke avond voor het slapengaan ging bidden.
Jawel, met mijn knieen op de grond en met mijn ellebogen geplant op de matras van mijn bed. Soms hielp het, soms niet.
Mijn mama zei me eens dat ze zich herinnerde dat ik als klein kindje plots 's nachts de slaapkamer kwam binnengelopen en doodsbang riep: 'Mama mama! Astid eeft me doodgeschiet!'
Het was zo dat ik als klein kind bang kon zijn van mijn zus als ze kwaad was. Ze kon soms dan zo hevig zijn en daarom dat we vaak wel eens ruzie maakten. Meestal om speelgoed. Dan moest ik met haar en die babybornpoppen spelen. Ik was de vader, zij de moeder. Ik vond het een stom spel.
Als we bij moemoe en vava waren, nam ik altijd wraak. Ik was toen het lievelingetje van moemoe, niet dat ze daarmee Astrid niet graag zag!
Ik zocht toen altijd ruzie met mijn zus of probeerde haar kwaad te maken. Dan sloeg ze me of pitste ze in mijn nek waarbij ik al wenend naar moemoe liep. Die zette dan Astrid kwaad in de hoek terwijl ik een ijsje kreeg. Ik was zelfs eens een keer naar moemoe gelopen en had tegen haar gezegd dat Astrid me geslagen had, al was dat niet zo. Dat maakte niet uit. Mijn zus werd in de hoek gezet en ik kreeg weeral een ijsje.
Eigenlijk was ik best wel gemeen.
Mijn moemoe was altijd dolblij als we op bezoek kwamen. Je kan het je misschien wel voorstellen...je wordt meteen bedolven onder de kussen en krijgt een hele hoop snoep voorgeschoteld. "Je moet niet zo mager zijn! Dik, dat is gezond!", zei ze dan. Dat deden we dan ook! Mijn zus en ik waren echte snoepers! Waar we ook kwamen, we haalden alle kasten leeg en aten ons te pletter. Bij de familie aan de kant van mijn papa was dat zo mogelijk nog erger. Dit kwam doordat mijn bomma de naam 'Koekenbomma' had gekregen. Er was namelijk een kast die vol met snoep en koeken zat. Toen wisten we nog niets van houdbaarheidsdata, al was de helft van de inhoud in die kast al jaren vervallen, we spaarden niets!






Geen opmerkingen:

Een reactie posten